Op 3 maart heeft IVBN een brief aan minister Ollongren en de Eerste Kamer gestuurd. Op 16 maart vergadert de Eerste Kamer over het (mede door een deal tussen coalitie en oppositie) gewijzigde initiatiefwetsvoorstel Nijboer. Door die wijziging voorziet het wetsvoorstel nu in maximering van de reguliere (dus zonder woningverbetering of verduurzaming) huurverhoging, zowel voor de geliberaliseerde als de gereguleerde sector. Die maximering betreft (voor 2021) de inflatie over 2020 (1,4%) plus maximaal 1%. Dat gaat gelden voor de komende drie jaar. Voor alle gereguleerde huurwoningen is echter per 1 juli 2021 een huurbevriezing afgekondigd. In de IVBN-brief roepen we de Eerste Kamer op die huurbevriezing voor gereguleerde huurwoningen van institutionele woningbeleggers niet te laten doorgaan. De kans daarop is echter te verwaarlozen, gelet op de eerdere verhitte debatten in de Eerste Kamer over huurbevriezing. Minister Ollongren heeft echter de aangenomen motie Beckerman in de Tweede Kamer voor een huurbevriezing volgens IVBN veel te ruim uitgelegd. Aanname van deze motie was zeer verrassend vanwege onverwachte steun van de VVD woordvoerder, die er vanuit ging dat het zou gaan om corporatiewoningen. Er blijkt geen beroep of bezwaar mogelijk tegen deze beslissing van de minister. Tevens vragen we zowel de minister als de leden van de Eerste Kamer om de positie van institutionele lange termijn woningbeleggers als belangrijke samenwerkingspartners en investeerders nadrukkelijk politiek te erkennen in plaats van geleidelijk onmogelijk te maken door verdergaande regulering en stapeling van regels/maatregelen. Meer informatie bij Frank van Blokland.