Doelgroepvergroting voor corporaties
Oneerlijke concurrentie en marktverstoring door corporaties neemt verder toe
Minister Dekker stelt voor de woningcorporaties aanzienlijk meer ruimte te geven om te ‘ondernemen’. Corporaties moeten hun activiteiten wel gaan splitsen. In de moedercorporatie moeten de sociale kernactiviteiten blijven, gericht op de volkshuisvesting, die blijvend met staatssteun mogen worden uitgevoerd. In commerciële dochters moeten dan commerciële nevenactiviteiten worden ondergebracht, die tegen marktvoorwaarden moeten worden uitgevoerd. De minister vergroot echter fors de doelgroep van de moedercorporaties. Volgens IVBN leidt dat er toe dat woningcorporaties nog meer dan nu reeds het geval is oneerlijk concurreren met marktpartijen. Dat stelt IVBN in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer behandelt morgen de beleidsvoornemens van minister Dekker inzake de corporaties.
Volgens IVBN-directeur Van Blokland gaat het om een zeer principieel debat: “Niet alleen de toekomst van de corporaties, maar ook die van woningbeleggers op de Nederlandse markt staat op het spel. Verder gaat het om de politieke zeggenschap over de overmaat aan maatschappelijk bestemd vermogen van de corporaties én over de vraag tot hoever er sprake mag zijn van staatssteun voor corporaties.”
De traditionele doelgroep van beleid voor de corporaties zijn de huurtoeslagontvangers met inkomens tot circa € 25.000 per jaar. In het voorstel van de minister komen voortaan alle inkomens tot aan € 33.000 inkomen per jaar in aanmerking voor een corporatiewoning, die mét staatssteun kan worden aangeboden. Marktpartijen bieden –zonder staatssteun- huisvesting aan inkomens vanaf € 27.500 per jaar. Juist vanwege die doelgroepvergroting voor de moedercorporatie zal er dus niet minder, maar juist aanzienlijk méér oneerlijke concurrentie komen voor marktpartijen. Mocht het parlement desondanks instemmen met de doelgroepvergroting zal minister Dekker marktpartijen moeten compenseren. Dat is des te meer nodig nu marktpartijen door zowel het huurbeleid als de huurheffing aanzienlijk in hun belangen worden geschaad.
Volgens de minister en meerdere partijen in de Tweede Kamer beslist Nederland zelf over de inkomensgrens tot waar nog mét staatssteun gewerkt mag worden. IVBN stelt daar tegenover dat volgens de Europese Commissie staatssteun alleen gerechtvaardigd is als corporaties huisvesting aanbieden aan achterstands-groepen of sociaal kansarme groepen, die geen huisvesting kunnen vinden tegen marktvoorwaarden.