1. Voorburg, 4 januari 2005 (zie ook 2004.22)

IVBN wijst huurprijsmaximering af; WOZ ongeschikt als individueel prijsplafond

IVBN wijst een maximering van huren op basis van de WOZ af. Deze maximering zou moeten gaan gelden voor circa 500.000 huurwoningen aan de bovenkant van het huidige niet-geliberaliseerde gebied. Deze huurwoningen zijn na vertrek van de zittende huurder zowel in het huidige systeem, als straks in het nieuwe systeem, over het algemeen al te liberaliseren. Na een nieuwe verhuring geldt dan een markthuurprijs. De nu voorgestelde maximering van de huurprijs op basis van de WOZ blijft volgens de aangepaste plannen voorlopig echter ook na een nieuwe verhuring van kracht. Dat betekent een ernstige beperking voor beleggers om vrijkomende huurwoningen in dit te liberaliseren segment op marktniveau te kunnen brengen.

Volgens IVBN is de WOZ-waarde ongeschikt om op individueel woningniveau als benadering van de markthuur te gaan gelden, zoals de minister voorstelt. De huidige huurprijzen in de vrije sector variëren wel tussen de 1,5 en de 12,5% van de WOZ-waarde. Om vanuit een puur gemiddelde waarde van 5,4% van de WOZ een huurprijsmaximering op individueel woningniveau af te kondigen, lijkt dan ook nergens op, volgens IVBN-directeur Frank van Blokland. In een groot aantal gevallen komt de huidige huur daar nu al boven uit, puur op basis van het huidige (verouderde) puntensysteem. En dan zijn veel van die woningen nog niet eens op markthuurniveau gebracht!

Beleggerswoningen bezitten namelijk voldoende kwaliteit om binnen het huidige puntensysteem een bepaalde huur te vragen. Huurwoningen van beleggers hebben over het algemeen ook een gemiddeld hogere WOZ-waarde dan corporatiewoningen, vooral vanwege de locatie, de kwaliteit van de woning en het uitrustingsniveau van keuken en sanitair. Volgens Van Blokland wreekt het zich hier opnieuw dat het huurbeleid geen onderscheid maakt tussen woningcorporaties en beleggers, die een geheel andere positie op de woningmarkt hebben en een ander segment bedienen.

Beleggers hebben een behoorlijk aantal woningen met een huurprijs boven de € 600 per maand, die onder het huidige systeem echter nog steeds niet-geliberaliseerd zijn. Een voorbeeld uit het oosten van het land, waar een dergelijke woning nu een feitelijke huur heeft van € 610 per maand. Van dezelfde huurwoningen die opnieuw worden verhuurd, bedraagt de markthuurprijs € 650 per maand. De WOZ-waarde van die woning is echter maar € 112.000 waardoor er een maximumhuurprijs dreigt te gaan gelden van € 504 per maand. Een ander voorbeeld is van een luxe woning in het noorden die voor € 560 wordt verhuurd, met een WOZ-waarde van € 115.000; dus een huurprijsmaximum van € 472,50.

IVBN-directeur Van Blokland: “Het gaat niet om incidentele gevallen, maar dit is een structureel probleem in onze portefeuilles. Het invoeren van een huurprijsmaximering voor de te liberaliseren huurwoningen van beleggers is volstrekt verkeerd. Gezien de door de minister voorgestelde huurreeksen kunnen er sowieso geen huurexplosies voor zittende huurders plaatsvinden. Voor zittende huurders is het verschil tussen gereguleerd en te liberaliseren slechts 0,66% per jaar! Voor beleggers verslechtert hiermee het investeringsklimaat in plaats van te verbeteren.



Noot voor de redactie: Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: drs. F.J.W. van Blokland, directeur IVBN tel. 070-3000371 (werk; 06 54 25 24 15 (mobiel) IVBN staat voor de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland. IVBN behartigt de gezamenlijke belangen van grote pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, (vastgoed-) vermogensbeheerders en (al dan niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen. De 32 leden hebben voor circa 45 miljard euro aan Nederlands onroerend goed in bezit. De bij de IVBN aangesloten vastgoedorganisaties beleggen in woningen, kantoren, winkels en bedrijfsruimten. Zij verhuren 163.000 woningen in het midden- en hogere segment en vervullen darmee een specifieke rol op de stedelijke huurmarkt.


Terug