Woonbond communicatie onjuist
Uit een peiling onder bezoekers van de Woonbond website is door bezoekers aangegeven dat ze de toewijzingsregels voor sociale woningen, aan Nederland opgelegd door de Europese Unie, te streng vinden. Deze toewijzingsregels bepalen dat sociale huurwoningen van een woningcorporatie voor 90% aan de doelgroep van inkomens tot EUR 33.614 moeten worden toegewezen. Dat betekent dat maar liefst 42% van alle Nederlandse huishoudens als doelgroep voor de sociale sector wordt gezien! De Woonbond en haar achterban verzetten zich tegen de inkomensgrens omdat ze stellen dat er hierdoor geen alternatief is voor middeninkomens op de huurwoningmarkt. Deze stelling van de Woonbond is gewoon niet juist.
Minister Donner (Binnenlandse Zaken) en zijn voorgangers op WWI hebben verschillende keren met onderzoek aangetoond dat de 10% vrije toewijzingsruimte die woningcorporaties hebben in hun toewijzingsbeleid voldoende is om de vraag van inkomens boven de gestelde grens van EUR 33.614 te bedienen. De minister heeft meermalen benadrukt dat de nieuwe inkomenseisen voor sociale huurwoningen de slagingskansen op de huurwoningmarkt van de lagere inkomens, de échte doelgroep voor sociale huurwoningen, zelfs vergroten. Tevens kunnen woningcorporaties goedkope huurwoningen te koop aanbieden. Dat er huurders tussen wal en schip vallen door het invoeren van de inkomenseis is dan ook niet waar. Het vinden van een geschikte huurwoning is nog net zo moeilijk als vóór de invoering van de inkomensgrens.
Daarnaast sluit de inkomens grens van EUR 33.614 goed aan bij de eisen die gesteld worden door institutionele verhuurders om in aanmerkingen te komen voor een woning vanaf de liberalisatiegrens van circa € 650. Middeninkomens kunnen dus wel degelijk terecht in het segment boven de € 650. Wanneer door de EU-beschikking een gelijker speelveld tot stand komt met woningcorporaties zal dit automatisch betekenen dat het middensegment zal kunnen gaan groeien in omvang, zowel door de bouw van nieuwe commerciële huur-woningen als het commercieel gaan verhuren van de reeds bestaande kwalitatief zeer goede huurwoningen, die nu als sociale huurwoningen worden verhuurd.
De Woonbond voert ook actie tegen de in het regeerakkoord voorgenomen verhoging van de maximaal toegestane huur, waarvan de details overigens nog niet bekend zijn. De Woonbond geeft aan dat de maximum huren € 120 per maand gaan stijgen, hetgeen “desastreus [zou zijn] voor huurders met een laag of bescheiden middeninkomen”. De Woonbond maakt echter volstrekt onvoldoende duidelijk in haar communicatie dat het hier gaat om MAXIMALE huren. Alle zittende huurders (als het gezamenlijke huishoudinkomen onder de € 43.000 ligt) hebben van dit kabinet immers de duidelijkheid dat hun huur slechts met inflatie mag stijgen. Alleen bij een nieuwe verhuring mag aan een nieuwe huurder een hogere (maximale) huurprijs worden gevraagd. Dat zal alleen in de meer gespannen woningmarkten een prijsverhogend effect hebben. Maar: ook dan nog steeds beperkt, want bij een bepaalde puntenaantal hoort een bepaalde maximale huur. In grote delen van Nederland liggen de feitelijk gevraagd huren (ver) onder de toegestane maximale huurprijzen. De Woonbond maakt het dit volstrekt onvoldoende duidelijk in haar communicatie naar buiten en jaagt huurders (en dus lokale en regionale politici) onnodig op stang uit politieke motieven.