Voorburg, 15 mei 2010

EU-beschikking blokkeert commerciële huurwoningenmarkt

IVBN en Vesteda in beroep
                                                                 
IVBN heeft vrijdag 30 april een beroepschrift ingediend bij het Gerecht van de Europese Unie. Ook Vesteda heeft dat toen gedaan. De beschikking helpt immers de totstandkoming van een commerciële huurwoningenmarkt in het geheel niet verder, maar blokkeert deze juist. Vrijwel alle 2,4 miljoen corporatiewoningen zullen blijven verhuurd worden met staatssteun en door de corporaties massaal onder de € 647 huur gehouden worden. Op de huurwoningenmarkt zal er dan nauwelijks iets veranderen. Als marktpartijen, samen met commerciële dochters van woningcorporaties, de mogelijkheden krijgen om een substantiële commerciële huurmarkt te ontwikkelen, krijgen middeninkomens juist een alternatief tussen een koopwoning of een sociale huurwoning. Middeninkomens kunnen dan een kwalitatief zeer goede commerciële huurwoning vinden. De beschikking heeft dus een negatief effect op de huurwoningmarkt als geheel.
 
Door de EU-beschikking zal vrijwel de gehele corporatievoorraad blijvend onder de € 647 worden verhuurd, ook al gaat het voor een groot deel om commerciële huurwoningen. Corporaties mogen immers zelf de huurprijs vaststellen, ongeacht de kwaliteit van de huurwoning. Zij bepalen daarmee dan ook zelf of een commercieel te exploiteren huurwoning onder de staatssteun blijft vallen. IVBN beschouwt huurwoningen als commercieel als die een feitelijke huur hebben boven de € 550 (de aftoppingsgrens voor de huurtoeslag). Het merendeel van die huurwoningen is potentieel te liberaliseren, omdat de maximale huur boven de € 647 huur per maand uitkomt, vanwege de hoge kwaliteit van die huurwoningen. Vrijwel al deze commerciële huurwoningen worden echter nu nog steeds door de overheid gereguleerd. Het gaat dan om bijna 1 miljoen huurwoningen. Dit zijn de huurwoningen waarmee de woningcorporaties rechtstreeks in concurrentie treden met commerciële verhuurders. De EU-beschikking sanctioneert tevens de keuze van de Nederlandse overheid voor een inkomensgrens tot € 33.000. Dat houdt in dat maar liefst 43% van alle huishoudens als doelgroep voor de woningcorporaties worden beschouwd. Een grens die vrij willekeurig is gekozen en geen relatie heeft met andere inkomensafhankelijke regelingen van de overheid, waaronder ook de huurtoeslag.
 
Naar de mening van IVBN is het onterecht om vanuit de huidige, volkomen verstarde woningmarkt, met zoveel inherente problemen een angstbeeld te scheppen (zoals een aantal woningcorporaties nu doen) dat midden-inkomens niet meer gehuisvest zouden kunnen worden. Het is volgens IVBN onzin dat de middengroepen allemaal zouden zijn aangewezen op een sociale huurwoning. In Europees verband is alleen in Nederland sprake van een enorme dominantie van de sociale huurvoorraad. Het wordt dringend tijd om in Nederland meer ruimte te geven aan een substantiële commerciële huursector, waarin marktwerking bestaat en er aanbod is van nieuwe commerciële huurwoningen. Het prijsmechanisme zorgt dan voor een goede allocatie van huurders naar de juiste huurwoning. Dit in plaats van overheidsregulering, tezamen met een door de staat gesteund oligopolie van woningcorporaties. Een commerciële huurmarkt zal investeerders (waaronder pensioenfondsen) bewegen weer te gaan investeren in Nederland, waardoor een passend aanbod mogelijk wordt aan midden- en hogere inkomens. Ook commerciële dochters van woningcorporaties zullen -zonder staatssteun- in die markt kunnen gaan investeren. Samenwerking tussen beleggers en woningcorporaties wordt dan mogelijk.
 
IVBN is blij met de EU-beschikking omdat de Europese Commissie een verbod op staatssteun betekent voor de commerciële gedeelten van een gemengd project; voor de bouw en verkoop van koopwoningen; voor de bouw en exploitatie van vrije sectorhuurwoningen (boven de € 647 huur per maand); voor de bouw en exploitatie van commercieel vastgoed (kantoren, winkels, bedrijfsruimten) en voor ander “maatschappelijk vastgoed” dan behorende tot de gegeven limitatieve opsomming. IVBN dringt er bij minister Middelkoop op aan op zeer korte termijn deze maatregelen van kracht te laten worden. Het instellen van beroep door verschillende partijen betekent immers niet dat er opschortende werking ontstaat.


Noot voor de redactie: Contactpersoon drs. F.J.W. van Blokland MRICS, directeur IVBN 070-3000371 of 06 54 25 24 15 De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN) behartigt de gezamenlijke belangen van grote pensioen-fondsen, verzekeringsmaatschappijen, vermogensbeheerders en (al dan niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen. De 31 leden hebben voor circa 60 miljard euro aan Nederlands onroerend goed in bezit en nog eens zo’n 150 miljard aan vastgoed in het buitenland. De bij de IVBN aangesloten vastgoedorganisaties beleggen in woningen, kantoren, winkels, bedrijfsruimten en parkeergarages. Zij verhuren circa 133.000 woningen en zijn daarmee de derde aanbiedende partij op de woningmarkt. Het commercieel vastgoed is opgebouwd uit kantoren (circa 6 miljoen m2), winkels (circa 4,5 miljoen m2) , bedrijfsruimten en parkeergarages. IVBN is in 1995 opgericht om de gemeenschappelijke belangen van haar leden te behartigen en de bedrijfstak verder te professionaliseren.


Terug